Problemen met de hechtingen

Na hoornvliestransplantaties blijven de nylon of polyesther hechtingen langere tijd in het hoornvlies aanwezig. Deze hechtingen lossen niet vanzelf op en dienen dus na verloop van tijd verwijderd te worden. Soms worden na zes weken een of meerdere hechtingen verwijderd, om de bolling van het transplantaat te beïnvloeden (ofwel: om de grootte van het astigmatisme of cilinder te verminderen). De rest van de hechtingen blijft vaak een tot twee jaar zitten. In het hoornvlies verloopt de wondgenezing erg langzaam en om die reden laat men de hechtingen lang zitten voor meer stevigheid van de wond.

Het komt wel voor, dat sommige van de hechtingen enige tijd na de operatie wat los gaan zitten; deze moeten verwijderd worden soms wordt er dan onder plaatselijke verdoving enkele nieuwe hechtingen bijgeplaatst. Een losse hechting geeft klachten van roodheid, pijn en slijmafscheiding. Een losse hechting moet verwijderd worden, omdat het tot een infectie en beschadiging van het transplantaat kan leiden.